Rechtsbijstand
In het geval het openbaar ministerie uit feiten en omstandigheden het vermoeden heeft dat u zich schuldig zou hebben gemaakt aan het plegen van strafbare feiten, wordt u als verdachte aangemerkt. U kunt dan worden aangehouden of u zult uitgenodigd worden om een verklaring af te leggen, waarbij u dan kan worden aangehouden.
Indien u wordt aangehouden wordt u overgebracht naar een politiebureau. Eenmaal daar aangekomen zult u worden medegedeeld dat u wordt opgehouden voor verhoor. Daartoe dient het volgende.
1. Aanhouding en ophouden voor verhoor
Na te zijn aangehouden op verdenking van het plegen van (een) strafba(a)r(e) feit(en) kunt u, met uitzondering van de tijd tussen 0.00 – 09.00 uur, negen (9) uren worden opgehouden voor verhoor. Deze negen (9) uren zal de politie gebruiken om (verder) onderzoek te verrichten alsmede u te verhoren als verdachte. Alvorens u zult worden gehoord, wordt u in de gelegenheid gesteld een advocaat te spreken. Doe van dit recht nimmer afstand, u kunt op dat moment namelijk niet overzien of het verstandig is een advocaat te spreken over uw positie binnen het strafproces. Pas nadat u een advocaat heeft gesproken kunt u een geïnformeerde beslissing nemen over uw procespositie. U heeft immers het recht om op geen enkele vraag van de politie antwoord te geven, hetgeen niet zelden in uw voordeel kan werken.
2. Inverzekeringstelling
Binnen het tijdsbestek van de eerdergenoemde negen (9) uren zal de politie – in samenspraak met het openbaar ministerie – de beslissing dienen te nemen of u langer in hechtenis zult verblijven. Dit betreft een periode van drie (3) dagen en kan verlengd worden met nogmaals drie (3) dagen. Deze bevoegdheid heet inverzekeringstelling en geeft het openbaar ministerie de tijd om verder onderzoek te verrichten en u wellicht nogmaals te horen. In het geval u in verzekering bent gesteld, heeft u het recht (wederom) een advocaat te raadplegen. Maak ook van deze mogelijkheid gebruik!
Uit de wet volgt dat u binnen drie dagen en vijftien uur na aanhouding voor een rechter dient te worden geleid, de zogeheten rechter-commissaris.
3. Inbewaringstelling
De rechter-commissaris zal op vordering van het openbaar ministerie dienen te beslissen of u voor de duur van veertien (14) dagen in hechtenis zal moeten blijven. Bij deze voorgeleiding heeft u het recht op bijstand van een advocaat. De advocaat krijgt voor de voorgeleiding de beschikking over het op uw zaak betrekking hebbende dossier en zal dit met u bespreken. Ter gelegenheid van de voorgeleiding zal de advocaat uw zaak bepleiten. Dat kan betekenen dat wordt verzocht om de vordering van het openbaar ministerie af te wijzen. Daarnaast kan worden verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen, gelet op uw persoonlijke omstandigheden die dusdanig zwaarwegend zijn dat deze dienen te prevaleren boven het maatschappelijke belang bij voortduring van de voorlopige hechtenis. In beide gevallen zult u op vrije voeten gesteld worden.
4. Gevangenhouding
Alvorens de termijn van veertien dagen is verstreken, kan het openbaar ministerie een vordering indienen strekkende tot gevangenhouding voor de duur van maximaal negentig (90) dagen. De rechtbank in raadkamer bijeen zal op vordering van het openbaar ministerie dienen te beslissen of u voor een termijn van maximaal negentig dagen langer zal worden gehecht. Ook in dit geval zal een advocaat uw zaak bepleiten om u zodoende in vrijheid te laten stellen. Overigens kunt u tegen de beslissing, om u langer te hechten, beroep instellen. Het gerechtshof van het desbetreffende hofressort zal dan uw zaak wederom beoordelen.
5. Onderzoek laten verrichten door rechter-commissaris
Gedurende de strafprocedure kunt u – met behulp van uw advocaat – de rechter-commissaris verzoeken om onderzoek te laten verrichten. Denk in dit kader aan onder meer het horen van getuigen. Hiermee kunt u tegenwicht bieden aan het onderzoek dat het openbaar ministerie heeft verricht en nog zal verrichten.
6. Inhoudelijke behandeling en vonnis
Afhankelijk van de omvang van de verdenking, zal op enig moment uw zaak worden voorgelegd aan de rechtbank die deze inhoudelijk zal beoordelen. Bij kleinere vergrijpen zal uw zaak worden voorgelegd aan een politierechter, die zelfstandig een oordeel zal vellen over uw zaak (enkelvoudige kamer). De beslissing wordt dan op de dag van de inhoudelijke behandeling genomen, het zogeheten mondeling vonnis.
Indien uw zaak gecompliceerd is of de te verwachten eis van het openbaar ministerie groter zal zijn dan twaalf maanden, wordt uw zaak voorgelegd aan de meervoudige kamer. Drie (3) rechters zullen dan uw zaak beoordelen en niet dezelfde dag nog uitspraak doen maar veertien (14) dagen daarover nadenken.
Uiteraard zult u tijdens de inhoudelijke behandeling worden bijgestaan door een advocaat. Indien u bent uitgenodigd voor een inhoudelijke behandeling (dagvaarding) en u bent nog niet voorzien van rechtskundige bijstand of ontevreden over uw huidige advocaat, dan kunt u contact met ons opnemen om u bij te staan.
7. Beroep (in cassatie)
In beginsel heeft u het recht in beroep te gaan tegen de beslissing van de rechtbank. Binnen veertien (14) dagen nadat de rechtbank vonnis heeft gewezen, dient hoger beroep te zijn ingesteld. Indien u niet zeker weet of u in beroep moet gaan, kunt u zich binnen deze twee weken tot ons wenden om uw zaak te laten beoordelen.
Het Nederlands rechtssysteem kent over het algemeen een tweetal feitelijke behandelingen. Dit wil zeggen dat uw zaak door zowel de rechtbank als het gerechtshof volledig kan worden behandeld, afhankelijk van het vonnis van de rechtbank. Als slotstuk hierop kunt u uw zaak voorleggen aan de Hoge Raad, die zal oordelen of er in uw zaak fouten zijn gemaakt.